Vergelijk paginaversies
Pagina versie: 30-12-2008 06:09
De quinoa (uitspraak Kien-wah) is geen
graansoort, maar een Ganzenvoet soort; een aan de spinazie verwante plant uit de Andes in Zuid-Amerika. De plant is ongeveer 0,7-3,0 m hoog en heeft wit-gele bloemen. Het wordt al duizenden jaren gebruikt door de verschillende Indiaanse bevolkingsgroepen in de Andes. De kleine zaadkorrels worden wel behandeld als ware het een graanproduct. Ze worden gemalen en voor de bereiding van brood gebruikt, of ze worden met behulp van bacteriën
gefermenteerd tot een soort
zure pap.
De 'wilde' quinoa heeft een zeer
bittere smaak als gevolg van een beschermende coating om de zaden. De quinoa, die in de winkels ligt, is meestal ontdaan van deze onverteerbare en potentieel toxische schil.
Oorspronkelijk werd van quinoa geen
bier gemaakt, maar omdat het geen gluten bevat, kan er prima een glutenvrij
biertje mee gemaakt worden. (zie;
Quinoabier)
Eigenschappen
Quinoa heeft een korte kooktijd (15 minuten) en is rijk aan vezels, proteinen,
vitamine B en bevat veel magnesium, ijzer en
kalium.
De zaden lijken op een kruising van gierst en sesamzaad.
Het quinoazaad is meestal geel en heeft een grote
kiem.
Het heeft een nootachtige
smaak
Energie: ± 1337 KJ (320 kcal) per 100 gram
Eiwit: ± 14%
Vetten: 3-5 %
Koolhydraten inclusief
zetmeel: ± 60%
Benamingen
- De naam quinoa komt uit het Quechua (de taal van de Inca's) en betekent 'het moedergraan' of 'supergraan'
- Botanische naam: Chenopodium quinoa
- 'rijst van de Inca's'
Diversen
Voor
bieren, die
gebrouwen zijn met quinoa, zie;
Quinoabier.
Links naar
Referenties