Brouwgerst is
gerst dat geschikt is voor het bereiden van
bier.
Niet alle
gerst is geschikt voor het
brouwen van
bier. Aan gerst worden bepaalde eisen gesteld door de
brouwer. Zo wordt er onder andere gekeken naar het eiwitgehalte, de korrelgrootte en
kiemkracht.
Bij de keuze van een goed brouwgerstras is de brouwkwaliteit erg belangrijk naast goede teelttechnische eigenschappen, zoals opbrengst en ziektegevoeligheid. Ook moet niet alleen rekening worden gehouden met de korrelopbrengst, maar ook met het
volgerstaandeel.
De rassen Class en
Prestige worden vaak gebruikt door hun goede opbrengst en brouwkwaliteit. Van alle rassen scoort
Barke het hoogst als het om brouwkwaliteit gaat.
Nieuwe rassoorten zijn bijvoorbeeld
Auriga,
Erlina,
Kuburas,
Tipple en
Xanadu.
Brouwgerst rassoorten:
Acrobat,
Calico en
Quench zijn voor 2009 opgenomen onder de N-rubriek (nieuw aanbevolen) van de '
Aanbevelende Rassenlijst'.
Voor een complete lijst met gerstrassoorten, die op onze website zijn geregistreerd, zie;
Overzicht gerstrassen.
Kwaliteitseisen voor de brouwer:
Voor de
mouterij is het van belang, dat de gerstekorrels ongeveer allemaal even groot zijn, 2,5mm of groter. Het
kiemen en
eesten verloopt dan bij alle korrels even gelijkmatig. De tweerijige
zomergerst voldoet hier het beste aan. 6-rijige
gerst bevat over het algemeen wel meer
enzymen, maar het
rendement is lager, omdat het meer
kaf bevat.
De gemiddelde grootte van een
gerstekorrel wordt bepaald door het
duizendkorrelgewicht.
Bijkomende eisen van de rassenkeuze:
- Ziekteresistentie. Met name tegen bladziekten als meeldauw, netvlekken- en bladvlekkenziekte.
- Strostevigheid.
Wat lijkt te ontbreken in dit rijtje is de (oogst) opbrengst. Dit is echter voor de teler niet altijd doorslaggevend om een bepaald ras te gaan telen. Dit is mede afhankelijk van het volgerstaandeel.Vertalingen
- Duits: Braugerste
- Engels: brewing barley
Links naar
Referenties