Uitschenken is het schenkend leegmaken van een
(bier)fles.
Hoe schenk je een fles bier uit:
Gebruik indien mogelijk elk
bier het juiste
bierglas. Indien je geen merkglas hebt, gebruik dan een neutraal
glas.
- Gebruik bij het uitschenken van een flesje bier beide handen:
Houd het bierflesje in ene hand en het bierglas in de andere hand.
- Houd het glas schuin en laat het bier voorzichtig en spiraalsgewijs langs de binnenkant in het glas lopen.
Laat het bier niet klokken in de hals van de fles.
- Naarmate het glas voller wordt, moet het glas steeds rechter op gezet worden. Als het bier te veel gaat schuimen, dan kun je dat wat bijsturen door steeds langs de binnenkant van het glas te blijven schenken. Schuimt het bier onvoldoende, dan kun je dat bijsturen door wat meer in het midden van het glas te schenken.
- Het flesje komt rechtsboven van het glas te staan. Bij iemand die linkshandig is, komt het flesje linksboven het glas te staan.
- Het etiket wordt naar de klant toe gekeerd bij het neerzetten van het glas.
- Bij de meeste bieren met bezinksel wordt aan de klant overgelaten of deze het depot in zijn bier wil hebben.
Zelf kun je het laatste beetje bier met bezinksel voorzichtig schudden en uitschenken in het bierglas.
Bij sommige restaurants /
cafés wordt het laatste beetje
bier met
bezinksel geschud, zodat het
bezinksel loskomt en dan apart in een klein glaasje geschonken en naast het ingeschonken
glas gezet.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen, zoals
Hefeweizen en
witbier; Deze bieren dienen goed
troebel te zijn en de
fles wordt dan ook geheel uitgeschonken. Bij
Hefeweizen wordt het laatste restje
bier in de
fles erg goed geschud, zodat het extra
schuim als een toefje slagroom op het
bier komt te staan. Wanneer
flesjes witbier wat langer rechtop staan, kan het gebeuren dat het
bier minder
troebel is dan bedoeld. Het
flesje kan dan het beste even
voorzichtig geschud worden of men kan het
flesje ook even een tijdje op de kop zetten.
Taalkundig
- woordvorm: werkwoord
- tegenwoordige tijd; ik schenk uit, jij schenkt uit, hij schenkt uit, wij schenken uit, jullie schenken uit, zij schenken uit
- verleden tijd: ik schonk uit, jij schonk uit, hij schonk uit, wij schonken uit, jullie schonken uit, zij schonken uit, zij hebben uitgeschonken
- lettergrepen: uit - schen - ken
- synoniemen: inschenken, leeggieten, uitgieten
Vertaling
- Drents: oetschenken
- Duits: ausgießen
- Engels: pour out
Links naar
Referenties