Nuchter zijn, is het
niet onder de invloed zijn van iets bedwelmend, zoals
alcohol.
Taalkundig
- woordvorm: bijvoeglijk naamwoord en bijwoord
- lettergrepen: nuch - ter
- stellend / vergrotende / overtreffende trap (comparatief/superlatief): nuchter / nuchtere, nuchterder / nuchterdere, nuchterst / nuchterste
- antoniemen: aangeschoten, beschonken, bezopen, dronken, kachel, lam, zat.
Vertalingen
- Duits: nüchtern
- Engels: sober
- Frans: sobre
- Italiaans: sobrio
- Spaans: sobrio
Links naar
Referenties