Een zatladder wordt vaak als minachtende uitdrukking gebruikt voor iemand die vaak
zat, oftewel
dronken, is.
Ook wel
alcoholist,
alcoholverslaafde,
drankorgel,
drankverslaafde,
drankzuchtige,
drinkeboer,
drinkebroer,
dronkenlap,
dronkaard,
kannenkijker,
nathals,
pimpelaar,
spons,
zatlap,
zatterik,
zuiplap of
zuipschuit genoemd.

Taalkundig
- woordvorm; mannelijk zelfstandig naamwoord
- lettergrepen; zat - lad - der
- enkelvoud; de zatladder
- meervoud; zatladders
- verkleinwoorden: zatladdertje, zatladdertjes
Links naar
Referenties