Vergelijk paginaversies
Pagina versie: 14-11-2009 01:36
Gerst is een
graangewas met lange stijve kafnaalden, ook wel gerstebaarden genoemd.
Er zijn verschillende soorten gerst. Door het opkweken van bepaalde raseigenschappen is het inmiddels in Nederland ook goed mogelijk om gerst te verbouwen voor de
bierbrouwerij.
Gerst dat geschikt is voor het bereiden van
bier noemt men '
brouwgerst'.
Gerst bestaat voor ongeveer 65% uit
zetmeel, 2%
suiker, 2% vet, 9% eiwitten, 12% water en 5% ruwe celstof. Om het
zetmeel en de eiwitten geschikt te maken als voedselbron voor de
gist, moet de gerst een lang proces ondergaan. Gerst kan niet direct gebruikt worden, als het net geoogst is. Dit doet de gerstekorrel om pas in het voorjaar te gaan
ontkiemen.
In de
mouterij wordt deze kieming, onder gecontroleerde omstandigheden, geactiveerd en ook weer abrupt beëindigd. Tijdens het latere
maischproces wordt het
zetmeel uiteindelijk omgezet in
suikers.
Voor de
mouterij is het van belang, dat de gerstekorrels ongeveer allemaal even groot zijn, 2,5mm of groter. Het
kiemen en
eesten verloopt dan bij alle korrels even gelijkmatig. De tweerijige
zomergerst voldoet hier het beste aan. 6-rijige gerst bevat over het algemeen wel meer
enzymen, maar het
rendement is lager, omdat het meer
kaf bevat.
De gemiddelde grootte van een
gerstekorrel wordt bepaald door het
duizendkorrelgewicht.
Om één
liter pilsener te
brouwen is ongeveer 250 gram gerst nodig.
Botanische namen
Vertalingen van gerst
- Duits: Gerste (die ~)
- Engels: barley
- Frans: orge (m)
- Fries: koarn
- Italiaans: orzo (m)
- Latijn: hordeum
- Noors: bygg
- Pools: jęczmień
- Spaans: cebada (v)
- Waals: oidje
- Zweeds: korn
Links naar
Referenties