Glucose wordt ook wel druivensuiker of
dextrose genoemd. De natuurlijke vorm (D-glucose) wordt ook wel
dextrose genoemd, vooral in de levensmiddelenindustrie.
Glucose bestaat uit een enkel suikermolecuul (monosacharide), bestaande uit 6 koolstofatomen en wordt daarom ook wel een 'Hexose' genoemd.
De scheikundig formule is: C
6H
12O
6.
Glucose in verbinding met
fructose wordt ook wel
sacharose genoemd; ons allerdaagse
suiker, zoals
riet- en
bietsuiker.
Zetmeel wordt door het
enzymatische proces, tijdens het
maischen, omgezet in
suikers, te weten:
dextrine, glucose,
fructose,
maltose of
sacharose. Al deze
suikers zijn vergistbaar, behalve
dextrine.
Glucose zal, afhankelijk van de
maischmethode, voor ca 2% deel uit maken van alle
suikers in de
wort.
Enkele eigenschappen van glucose
- In puur water kan circa 470 gram glucose per
liter opgelost worden.
- De
dichtheid is 1,54 g/cm³ (oftewel 1,54 kg/liter).
- Het smeltpunt ligt rond de 146°C (D-α-glucose) en 150°C (D-β-glucose).
-
Zoetkracht is 75, bij een norm van 100 voor
Sacharose.
Andere benamingen voor glucose
- cartose
- cerelose
- dextrose
- dextrose monohydraat
- dextrosol
- druivensuiker
- glucolin
- 6-(hydroxymethyl)oxane-2,3,4,5-tetrol
- vlamsuiker
Links naar
Referenties