Men spreekt van een dood
biertje, als er geen
schuimkraag wordt gevormd of als de
schuimkraag direct verdwijnt.
Als het
bier in het
glas is geschonken en het slaat vrijwel direct dood, dan kan dit komen door een vies
glas of een
glas met zeepresten. Vette lippen kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen, dat het
schuim instabiel wordt en verdwijnt. Zeep of vet doet de oppervlaktespanning van de schuimbelletjes verlagen, waardoor de bel zich niet kan handhaven.
Bier dat een poos aan de open lucht heeft blootgestaan verliest zijn
geur en kracht. Ook hier is sprake van dood of
verschaald bier.
Links naar
Referenties