Spoelen is het besproeien van het
beslag met warm water, aan het einde van het
maischen, om achtergebleven oplosbare suikers te verwijderen.
Na het
maischen wordt de heldere vloeistof (
wort) van de vaste bestandsdelen gescheiden met behulp van een filter of
klaringskuip.
In de
bostel blijft echter altijd vloeistof achter. Om het rendement te verhogen wordt de
bostel gespoeld met warm
spoelwater van 78 tot 80
°C. Men gebruikt geen koud
water, omdat warm suikerwater dunner en minder stroperiger is dan kouder suikerwater (wat bevorderlijker is voor het filtratieproces) en ten tweede de
wort nog gekookt moet worden.
Water heter dan 80
°C wordt niet aanbevolen, daar anders ongewenste smaakdeeltjes uit het
kaf worden vrijgemaakt, die dan in het
bier zouden komen.
Hoe ver men doorgaat met het spoelen van de
bostel hangt vaak af van het soort
bier dat men wil maken. Hoe meer men spoelt hoe meer
suiker uit de
bostel kan worden gehaald, maar des te dunner de
wort wordt en des te langer er vaak ook gekookt moet worden. Te lang spoelen kan echter ook als nadelig gevolg hebben, dat er teveel polyfenolen uit de
bostel gespoeld worden, wat een
wrange smaak kan geven.
Sommige
biersoorten worden (ook door de
amateurbrouwer) niet gespoeld, zoals bijvoorbeeld gedaan kan worden met
Kölsch.
Enkele tips:
- Bij het
klaren en spoelen mag de
bostel niet droog komen te staan.
- Laat de
wort zo weinig mogelijk in contact komen met zuurstof.
- Gebruik geen
water, warmer dan 80
°C.
Andere benamingen
Vertalingen
Links naar
Referenties