De Latijnse benaming voor
hop is
Humulus lupulus en is familie van de Hennep (Cannabaceae).
Het is een linksom windende klimplant, die een hoogte van 6 tot 7 of zelfs 10 meter kan bereiken. Ook in Nederland komt deze plant van nature voor; met name in loofbossen en heggen. Omdat ie niet (meer) gecultiveerd is wordt de
hop, die je hier tegenkomt, ook wel
wilde hop genoemd.
Omdat de plant
tweehuizig is, is er een mannelijke en een vrouwelijke plant. De mannelijke plant kan men herkennen aan de pluimen die rond juli tot september aan de plant zit. De vrouwelijke plant is te herkennen aan eivormige
kegels, de zogenaamde
hopbellen. De schutbladen van deze
hopbellen zijn aan de voet bezet met klieren, die hars bevatten. Alleen de
hopbellen worden gebruikt voor de bereiding van
bier. In België is het zelfs verboden om mannelijke hopplanten te houden, daar deze voor zaadvorming in de
hopbellen kan zorgen, wat een kwalitatief minder goede
hop oplevert.
In Nederland is de hopcultuur verloren gegaan. Meeldauw en andere ziektes hebben de plant verzwakt. Ook de concurrentie van de buurlanden was enorm. In Duitsland, Engeland, Verenigde Staten en Tsjechië wordt op grote schaal
hop gekweekt.
Wil men
hop verbouwen, dan moet ervoor gezorgd worden dat de grond zeer voedselrijk is en voldoende vocht kan vasthouden. Leemhoudende grond leent zich hier goed voor. De plant kan het beste met ijzerdraden geleid worden, zodanig dat zoveel mogelijk zonlicht opgevangen kan worden. De
hop kan geplukt worden, als de harskliertjes
lupuline (ofwel
hopmeel) bevatten. In deze
hopmeel zitten de voor de brouwer belangrijke hars en
hopolie. Na de oogst moeten de groene
bellen gedroogd worden. Het watergehalte moet worden teruggebracht van circa 75% tot circa 10%. Droog niet bij te hoge temperaturen, want dit kan leiden tot smaak- en geurverlies. Thuis kan men dit doen met bijvoorbeeld een haardroger of elektrisch kacheltje, mits voldoende afstand gehouden wordt. Bewaart men de gedroogde
hop luchtdicht (samengeperst), vochtvrij en op een donkere plaats, dan is deze jarenlang houdbaar. Het
alfazuurgehalte daalt echter wel; zie ook
hopverval.
Taalkundig
- woordvorm: vrouwlijk zelfstandig naamwoord
- lettergrepen: hop - plant
- enkelvoud: de hopplant
- meervoud: de hopplanten
- verkleinwoord: hopplantje (ev), hopplantjes (mv)
Links naar
Referenties